Denksport & Doping : een verkennend onderzoek naar farmacologische stoffen die de prestatie bij denksporten kunnen verbeteren [2000] / Olivier de Hon, F. Hartgens. – Capelle aan den IJssel : Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo), 2000
Mind sports and doping : an investigation of pharmacological substances that may enhance performance in mind sports [2000) / Olivier de Hon, F. Hartgens. – Capelle aan den IJssel : Netherlands Centre for Doping Affairs (NeCeDo), 2000
SAMENVATTING:
Als consequentie van de ratificatie van de Anti-dopingconventie in 1995 is de Nederlandse overheid de sportbonden meer en meer gaan veq,lichten tot het voeren van een actief anti-dopingbeleid De minimale eis is het beschikbaar hebben van een anti-dopingreglement De denksporten zijn vooralsnog vrijgesteld van deze verplichting wegens onduidelijkheid omtrent de relevantie ervan, Mede gezien het verzoek van een aantal Nederlandse denksportbonden heeft het ministerie van Vollrngezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo) gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijkheden om met behulp van farmacologische stoffen de prestatie bij denksporten te verbeteren Het gaat hierbij om de sporten schaken, dammen, bridge en go.
Conclusies:
• De prestatiebepalende factoren bij denksporten verschillen dusdanig van die van fysieke sporten dat voor beide soorten sporten een aparte anti-dopingregelgeving gewenst is.
• Binnen de denksportwereld bestaat de indruk dat het gebruil, van farmacologische stoffen met als doel de prestatie te verbeteren slechts zeer sporadisch plaatsvindt
• Het is te verwachten dat de denksportprestatie verbeterd kan worden met behulp van farmacologische
stoffen. Het te verwachten effect is echter klein
• Een aantal van de mogelijk prestatieverbeterende stoffen kan bij gebruik schadelijk voor de
gezondheid zijn en valt daarmee onder de definitie "doping"
• Het is aan te bevelen dat denksportorganisaties overgaan tot het formeel verbieden van het gebruik van doping en reglementen dienen op te opstellen die sancties mogelijk maken bij gebrnik van binnen de denksport verboden stoffen
• Indien overgegaan wordt tot een verbod op het gebrnil, van doping, is het aan te bevelen een specifieke lijst van te verbieden stoffen op te stellen en niet de huidige IOC-lijst in zijn geheel over te nemen.
• Het is van belang om de nationale en internationale dopingreglementering voor denksporters goed op elkaar af te stemmen. Nederland kan hierbij een actieve rol spelen, waarbij dit onderzoek een basisdocument kan vormen.
SUMMARY
Mind sports and doping : an investigation of pharmacological substances that may enhance performance in mind sports [2000] / Olivier de Hon, F. Hartgens. – Capelle aan den IJssel : Netherlands Centre for Doping Affairs (NeCeDo), 2000
As a result of the ratification of the Anti-Doping Convention in 1995, the Dutch government has increasingly compelled the national sports federations to pursue an active anti-doping policy. As a minimum, these federations must have anti-doping regulations. However, mind sports (chess, draughts, bridge, and Go) have provisionally been exempted from this ruling because there are doubts about the relevance of this policy to these sports. In response to a request from the Dutch federations of various mind sports, the Dutch Ministry of Health, Welfare, and Sport has asked the Netherlands Centre for Doping Affairs to investigate whether pharmacological substances can be used to enhance performance in mind sports.
Conclusions:
• The factors that determine performance are substantially different between mind sports and physical sports, and this justifies separate anti-doping regulations.
• In the world of mind sports itself, the impression exists that pharmacological substances are used only sporadically to enhance performance.
• It can be expected that performance in mind sports can be enhanced by means of pharmacological substances; however, the expected effect of such substances is minor.
• Some of the possible performance-enhancing substances may be harmful to health, which means that these substances should be considered as doping agents.
• It is recommended that the mind sports federations formally prohibit doping and that these federations draw up regulations that enable sanctions to be imposed when prohibited substances are used in mind sports.
• If the decision is taken to prohibit doping in mind sports, it is recommended that a specific list of prohibited substances be drawn up. The current (IOC) list of prohibited substances should not be used unadapted.
• It is important that national and international anti-doping regulations concerning the mind sports are consistent. This investigation may contribute to the harmonisation of these regulations.